maandag 5 november, 2007

Van het bestuur

Gedragsregels en de mogelijkheid om een klacht in te dienen. Dat waren de twee kwaliteitspijlers die zijn geformuleerd bij de oprichting van SRA. Ingeschreven beroepsgenoten dienden zich hieraan te conformeren. Cliënten hadden de mogelijkheid om een klacht in te dienen tegen een register-arbeidsdeskundige.
De onafhankelijke Raad van Toezicht (RvT), met als voorzitter een rechtsgeleerde, toetste vervolgens de klacht aan de gedragsregels. Hierna kon indien nodig een sanctie worden opgelegd. Tot op de dag van vandaag hanteert SRA deze werkwijze.

Ten tijde van de oprichting van SRA zag het werkterrein van arbeidsdeskundigen er redelijk overzichtelijk uit. Het overgrote deel was werkzaam binnen de Gemeenschappelijke Medische Dienst (GMD). Deze situatie is inmiddels ingrijpend veranderd. De GMD bestaat niet meer en arbeidsdeskundige inzet wordt in tal van sectoren gewaardeerd en noodzakelijk gevonden. Een ontwikkeling die nog altijd doorgaat. Het is waarschijnlijk dat arbeidsdeskundigen binnen een toenemend aantal werkgebieden actief zullen gaan worden.

Het veranderende speelveld van de arbeidsdeskundige droeg er toe bij dat de gedragsregels met enige regelmaat tegen het licht worden gehouden. Begin 2000 zijn er op een aantal punten aanpassingen doorgevoerd. Deze aangepaste gedragsregels worden tot op de dag van vandaag toegepast.

Binnen het bestuur is de vraag aan de orde geweest of de huidige gedragsregels nog voldoende toepasbaar zijn binnen het dynamische werkgebied van de arbeidsdeskundige. Samen met NVvA, SKO en SRA is het beroepscompetentieprofiel opgezet. Hierin zijn de terreinen waarbinnen de arbeidsdeskundige werkzaam is gedetailleerd in kaart gebracht. Tevens zijn de competenties per aspect beschreven. Het bestuur van SRA heeft een bijzondere vergadering belegd waarbij de huidige gedragsregels zijn getoetst aan dit beroepscompetentieprofiel. Steeds kwam hierbij de vraag aan de orde of de gedragsregels aanpassing en/of verduidelijking behoefden.

Uit dit onderzoek bleek dat de huidige gedragsregels in de kern voldoen. Wel behoeven zij op een aantal punten aanpassing en/of actualisatie, bezien vanuit de beschreven punten in het beroepscompetentieprofiel. Het bestuur heeft zichzelf opdracht gegeven om binnen afzienbare termijn geactualiseerde gedragsregels te presenteren.

Zijn gedragsregels en tuchtrecht nog van deze tijd?
De vraag rondom de noodzaak van het actualiseren van de gedragsregels, was de aanleiding voor een Lagerhuisdebat met de beroepsgroep begin dit kalenderjaar. De uitkomsten hiervan zijn gepubliceerd in een van de vorige Aanr'aders.

Onder andere de volgende vragen werden voorgelegd:

– Heeft het SRA c.q. gedragsregels inclusief tuchtrecht in deze tijd nog wel bestaansrecht?
– Moet het hierbij gaan om een onafhankelijk college?
– Moet het systeem van de gedragsregels en tuchtrecht louter beperkt blijven tot arbeidsdeskundigen of moeten daar ook andere beroepsbeoefenaren onder komen te vallen die zich bezig houden met arbeid?

De beroepsgroep heeft zich duidelijk uitgesproken. De eerste twee vragen werden met een volmondig 'ja' beantwoord. De derde vraag kon rekenen op een 'nee', onder het mom van 'schoenmaker hou je bij je leest'.

In grote lijnen komt dit ook overeen met de algemene maatschappelijke ontwikkeling. Het tuchtrechtsysteem, gedragsregels en zelfregulerende systemen blijken een belangrijk punt te zijn op de politieke agenda. Het heeft geleid tot het formeren van de commissie Hulst. Deze commissie onderzocht het Nederlandse tuchtrechtsysteem. Hieruit kwamen aanbevelingen voort met betrekking tot het wettelijk reguleren van het tuchtrechtssysteem voor beroepsaccountants.

In deze Aanr'ader heeft u ook kunnen lezen dat ons systeem van gedragsregels en tuchtrecht onderwerp van gesprek is geweest met Aleid Wolfsen. Ook hij is van mening dat dit systeem belangrijk is. Sterker nog, hij complimenteert de beroepsgroep, omdat deze zich hiermee kwetsbaar durft op te stellen. Hij is er zelfs een voorstander van om wettelijke taken alleen door die arbeidsdeskundigen te laten uitvoeren die zich hieraan conformeren.

Eerder werd reeds aangegeven dat de maatschappelijke ontwikkeling in grote lijnen overeenkomt met de wijze waarop onze beroepsgroep zelf naar het tuchtrechtsysteem en gedragsregels kijkt. Dat geldt overigens niet ten aanzien van de vraag of het ook van toepassing zou moeten zijn op andere beroepsbeoefenaren die zich bezighouden met arbeid. Zowel uit de conclusies van de commissie Hulst alsmede uit de visie van de heer Aleid Wolfsen blijkt dat voorkomen moet worden dat een verbrokkeld systeem van gedragsregels en tuchtrecht ontstaat.

Wellicht kan dit aspect in de toekomst nog eens bediscussieerd worden met de beroepsgroep. Laten wij ons allereerst bezighouden met het actualiseren van onze gedragsregels en tegelijkertijd de maatschappelijke ontwikkelingen blijven volgen.

Laatste nieuws