donderdag 2 november, 2006

Henk van Kesteren en Ellen de Zeeuw zijn beiden lid van de Raad van Toezicht van SRA.
Namens het bestuur van SRA had Piet de Craen een gesprek met hen over trends in de uitspraken van de Raad van Toezicht. De Zeeuw: 'De aard van de klachten die wij behandelen is aan het veranderen'.

Door: Piet de Craen

Grondhouding
Henk van Kesteren is begonnen bij de GMD en heeft reeds tien jaar een eigen bureau dat zich o.a. richt op de zgn. 'hoofdpijndossiers'. Ook Ellen de Zeeuw is afkomstig van de GMD en zij is momenteel bezwaararbeidsdeskundige bij UWV. Beiden hebben een ruime ervaring met klachten en bezwaren binnen de sociale zekerheid. Toetreden tot de Raad van Toezicht van SRA was voor hen dan ook een logische keuze. Welke algemene trend signaleren zij in de klachten die de RvT behandelt?
Van Kesteren: 'Er is duidelijk sprake van een verschuiving van de inhoud van het vak van arbeidsdeskundige. Die vertaalt zich ook in de aard van de klachten die over arbeidsdeskundigen binnenkomen. Ik heb de indruk dat de grondhouding van arbeidsdeskundigen er niet op vooruit gaat.' De Zeeuw: 'Daar ben ik het mee eens. Ik signaleer in de praktijk maar ook in de klachten die wij behandelen bij de RvT dat een aantal arbeidsdeskundigen zich onvoldoende realiseert hoe ingrijpend hun handelen is in het leven van mensen. En hoe belangrijk een juiste bejegening van belanghebbenden daardoor is.'

Voorbeelden
Waaruit blijkt die veranderende grondhouding? Zijn er voorbeelden van uitspraken die dat aantonen? De Zeeuw: 'De twee meest recente uitspraken zijn een goed voorbeeld. De ene heeft betrekking op een ontslagprocedure, de andere op passend werk. In beide situaties voelden de klagers zich door de arbeidsdeskundige onvoldoende serieus genomen. Er was sprake van slechte communicatie en onvolledige rapportage. In het verleden zag je vaker dat over technische aspecten zoals het schattingsbesluit werd geklaagd. Nu zie je dat het steeds vaker gaat over de wijze waarop men is behandeld.
Van Kesteren: 'Een ander voorbeeld is de toename van het aantal klachten van arbeidsdeskundigen over arbeidsdeskundigen'. Ongeveer 15% van de klachten die wij behandelen heeft daar betrekking op. Bij een juiste grondhouding hoort ook het in acht nemen van normale fatsoensnormen. Het fatsoen om een dossier goed over te dragen aan een collega arbeidsdeskundige en er goed mee om te gaan is er echter niet altijd.'
De Zeeuw: 'Een goede grondhouding gaat verder dan een correcte klantbenadering. Arbeidsdeskundigen grijpen rechtstreeks in in het leven van mensen. Daar moet je extra zorgvuldig mee omgaan. Er lijkt wat dat betreft sprake te zijn van een zekere verharding.'

Verharding door privatisering
Heeft de Raad van Toezicht enig idee waar deze 'verharding' aan is te wijten?
Van Kesteren: 'Er is nu meer sprake van concurrentie. Dat leidt tot meer situaties waarin de zorgvuldigheid van handelen onder druk komt te staan. Klagers verwijten sommige arbeidsdeskundigen dat zij iets teveel hun oren laten hangen naar de opdrachtgever: wiens brood men eet diens woord men spreekt. Ook komt het voor dat arbeidsdeskundigen baat hebben bij 'vormfouten' van collega's.' De Zeeuw: 'De privatisering leidt soms ook tot een toename van werkdruk. Maar het argument dat je van je baas te weinig tijd krijgt om je vak goed uit te oefenen vind ik onzin. Dat je het druk hebt hoeft een zorgvuldige bejegening niet in de weg te staan.'

Rol van de RvT
Wat is de rol van de RvT in de toekomst? Betekent het feit dat de invulling van het vak van arbeidsdeskundige verandert ook dat het aandachtsveld van SRA en de RvT moet veranderen? Van Kesteren: 'Nee, dat denk ik niet. De huidige gedragscode voldoet prima. SRA moet toezien op het gedrag van arbeidsdeskundigen en signaleren waar wellicht problemen ontstaan. Het is vervolgens met name aan de NVvA om daar iets mee te doen. Wat dat betreft heb ik alle vertrouwen in het bestuur van de NVvA.'
De Zeeuw: 'Ik denk dat het bestaansrecht van SRA in het licht van de huidige ontwikkelingen alleen maar groter wordt. Wij staan voor een bepaalde kwaliteit van het vak. De gedragscode van SRA is wat alle arbeidsdeskundige professionals die hun vak serieus nemen gemeen hebben, ongeacht de specifieke invulling die zij aan hun vak geven. SRA moet zich niet bezig houden met de inhoud maar zich sterk blijven maken voor de kwaliteit van de uitoefening daarvan.'

 

 

Laatste nieuws