'In de discussie binnen onze commissie Ethiek zal de gedragscode steeds onze referentie zijn. Op die manier zorgen wij dat de code zich blijft ontwikkelen.' Gesprek met Rob van Es, toekomstig voorzitter van de commissie Ethiek.
Waarom heeft de SRA besloten een commissie voor ethiek op te richten?
Rob van Es: 'De SRA wil dat de gedragscode een levend document is en blijft. Een document waar arbeidsdeskundigen en anderen echt iets aan hebben, dat ze werkelijk gebruiken en dat waar nodig wordt aangepast. Vandaar de oprichting van onze commissie Ethiek.'
Welke taken krijgt de commissie Ethiek?
'We krijgen allerlei taken. Ten eerst ga ik als ethicus en als voorzitter van de commissie mijn kennis overdragen aan de overige commissieleden. Het gaat om twee bestuursleden van de SRA en de NVvA én om twee arbeidsdeskundigen die op dit moment worden geworven. Ik ga hen trainen in het vak van ethiek, zodat ze straks zonder mij verder kunnen. Verder is een belangrijke taak dat we regelmatig van gedachten wisselen over de code, de morele kanten ervan en het gebruik ervan in de praktijk. Voldoet de code aan de verwachtingen? Moeten we zaken aanpassen, ontbreken er dingen, staan er overbodige zaken in? We gaan ook korte trainingen geven aan arbeidsdeskundigen om hen te leren de code toe te passen. Ook gaan we gevraagd en ongevraagd adviezen geven aan het bestuur van de SRA en aan de Raad van Toezicht. En als de NVvA of het AKC ons advies wil, dan staan we daarvoor natuurlijk ook voor open. We volgen en signaleren ontwikkelingen in de samenleving en omschrijven de consequenties daarvan voor de morele kanten van het vak van arbeidsdeskundige.'
U gaat 'van gedachten wisselen' over de code. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
'Waarschijnlijk zal het aantal klachten na 1 oktober, als de gedragscode van kracht wordt, toenemen. Zo'n code "inspireert" mensen om uit te zoeken wat wel en niet rechtvaardig is. Die klachten zullen worden beoordeeld door de AO, de Arbeidsdeskundig Ombudsman. Hij zal op zijn beurt ook aan onze commissie een oordeel vragen over de morele aspecten van de betreffende casus. In de discussie binnen onze commissie zal de gedragscode steeds onze referentie zijn. Gaandeweg komen we er dan misschien achter dat we niet voldoende uit de voeten kunnen met wat er in de code staat. Op die manier zorgen wij dat de code zich blijft ontwikkelen. Denk ook aan het Bestuur van SRA dat wellicht plannen heeft en onze mening daarover wil horen. Of de Raad van Toezicht wil iets weten over de code. Of het College van Beroep vraagt advies.'
Welke maatschappelijke ontwikkelingen zijn relevant voor de gedragscode?
'Arbeidsdeskundigen zijn grofweg te verdelen in twee groepen: zij die in de publieke sector werken (UWV) of werken in de private sector: bij verzekeringsmaatschappijen, bureaus voor arbeidsdeskundig advies en re-integratie en zelfstandige arbeidsdeskundigen. Een voorbeeld van een maatschappelijke ontwikkeling die het waard is om in de gaten te houden, is de positie van het UWV en van hun arbeidsdeskundigen. Het UWV is al sinds haar oprichting een speelbal van politieke krachten. Hun regime is iets anders dan dat van "private" arbeidsdeskundigen, want het UWV hanteert eigen, of laten we zeggen additionele, organisatieregels. Welke consequenties heeft dat voor de arbeidsdeskundigen die er werken? Dat moeten we scherp in de gaten houden. Een ander voorbeeld van een maatschappelijke ontwikkeling is dat arbeidsdeskundigen in hun werk steeds meer te maken krijgen met letselschadezaken. In die zin is er sprake van een zekere veramerikanisering. De financiële belangen worden alsmaar groter, de bedragen hoger. Hoe zorgen we ervoor dat de arbeidsdeskundige onafhankelijk blijft handelen? Een derde relevante ontwikkeling is dat zowel de SRA als de NvVA de kwaliteit van het vak van arbeidsdeskundige willen waarborgen, dat er een HBO+ of zelfs een academische opleiding komt. Als commissie Ethiek kunnen wij het bestuur van de SRA ondersteunen om het juiste antwoord te vinden op dergelijke ontwikkelingen.'