dinsdag 10 juli, 2007

Interview met Geert Tillemans, Kwartiermaker Sociaal Medische Zaken:

Bij UWV is een grootscheepse vernieuwing gaande die er op is gericht om de organisatie in te richten rond vier kernfuncties: Werk, Uitkeren, Gegevensdiensten en Sociaal Medische Zaken (SMZ). Geert Tillemans is als kwartiermaker aangesteld om de laatstgenoemde kernfunctie op te bouwen en in te richten. SRA sprak met Tillemans over zijn visie op de toekomst van SMZ en over de rol die arbeidsdeskundigen daarbinnen zullen vervullen. Tillemans: 'Ik streef ernaar om SMZ dé autoriteit op het gebied van sociaal medische beoordelingen en arbeidskundige adviezen te maken'.

Spanning professionals
Tillemans: 'Bij mijn aantreden negen maanden geleden werd mij duidelijk gemaakt dat er sprake was van onvrede onder de professionals bij UWV. Zij hadden weinig vertrouwen in het management en voelden zich niet erkend. Voor mij was die spanning erg herkenbaar. Ik heb een achtergrond in de gezondheidszorg en in ziekenhuizen heb ik vaak dezelfde problematiek meegemaakt. Ook ziekenhuizen worden aangestuurd als bureaucratische organisaties terwijl specialisten daarin als professionals vaak een zekere autonomie wensen. Zij vinden dat zelfs noodzakelijk om hun werk goed te kunnen doen. Dat staat soms haaks op de oriëntatie van het management. Ook daar zie je dan discussies over kwantiteit en kwaliteit ontstaan. De uitdaging is dan om een omgeving te creëren waarin de professionals optimaal kunnen gedijen en ook de productie wordt gerealiseerd. Een omgeving die inspireert en ruimte biedt aan professionals maar wel binnen een afgebakend kader. Dat kan volgens mij door een ander sturingsmodel te kiezen en de organisatie smaller, platter én slimmer te maken. Maar het vereist ook een verandering in de houding en het gedrag van professionals.'

Smaller en platter
Wat bedoelt u met smaller en platter? Betekent het dat er veel banen bij UWV gaan verdwijnen? Tillemans: 'Wij zullen het inderdaad met minder mensen gaan doen. Dat is echter al langer bekend en dat hangt ook nauw samen met een beperking van het werkaanbod. De economische en demografische ontwikkelingen leiden ertoe dat er minder mensen een uitkering aanvragen en meer mensen (opnieuw) werk vinden. Wat ik er echter vooral mee bedoel is dat ik bestaande beklemmende structuren wil aanpakken. Om een voorbeeld te geven: binnen de divisie Arbeidsgeschiktheid (AG) hebben de professionals nu te maken met een hiërarchische lijn en een functionele lijn (SMZ). Die werken nu niet optimaal samen en komen soms met elkaar in conflict over bijvoorbeeld productie-eisen en kwaliteitsnormen. Dat gaat ten koste van zowel kwantiteit als kwaliteit. Ik wil daarom die lijnen samenvoegen en laten aansturen door professionals. Dat bedoel ik met smaller. En omdat wij verantwoordelijkheden laag in de organisatie willen leggen met sturing op resultaat, moet het wat mij betreft ook kunnen met minder managementlagen. Dus ook platter. Over de exacte invulling hebben we echter nog geen besluiten genomen.'

Expertisecentrum
En ook nog slimmer? Geldt dat voor de organisatie of voor de professionals? Tillemans: 'Voor allebei. SMZ is een kennisintensieve organisatie en moet hoge kwaliteit leveren. Daarom is het nodig dat er een stevige wetenschappelijke basis is voor de werkzaamheden die SMZ verricht. Wij zullen 'evidence based' moeten werken. Wat dat betreft heeft met name het arbeidsdeskundige vakgebied nog een hele weg te gaan. Er kan ook veel meer gedaan worden met kennis die bijvoorbeeld binnen de psychologie is opgedaan als het gaat om interventies bij patiënten en cliënten. In de gezondheidszorg is het heel normaal dat ook kennis uit aanpalende disciplines wordt benut.  Daar moeten wij binnen ons domein ook gebruik van maken. In samenwerking met o.a. academische ziekenhuizen, SRA en NVvA kan SMZ uitgroeien tot een expertisecentrum op het gebied van sociaal medische en arbeidsdeskundig handelen. En die kennis kan vervolgens worden gedeeld met arbeidsdeskundigen en opdrachtgevers, maar ook met andere vakgebieden.'

Sturen op resultaat
Betekent dit dat arbeidsdeskundigen zich aan allerlei wetenschappelijk onderbouwde regels moeten gaan conformeren? Wat blijft er dan over van de eerder genoemde 'ruimte voor de professionals'?. Tillemans: 'Nee, dat is niet de bedoeling. Ik wil de professionals absoluut méér ruimte geven. Daarnaast wil ik ze ook optimaal faciliteren. Een omgeving waarin professionals, zowel verzekeringsartsen als arbeidsdeskundigen, in teams samenwerken en op resultaat worden gestuurd in plaats van op procesindicatoren. In die teams is veel vrijheid maar uiteraard wel binnen kaders en wetenschappelijk ingebed. En zolang de resultaten goed zijn moet er wat mij betreft veel mogelijk zijn. Ook bijvoorbeeld thuiswerken. Ik ben ervan overtuigd dat professionals zich in een dergelijke stimulerende omgeving erkend voelen en met meer plezier hun werk doen. En dat zal zich vertalen naar een hoogwaardige kwalitatieve dienstverlening.'

Generalist of specialist
Hoe ziet u de rol van arbeidsdeskundigen in die teams? Zijn dat generalisten of eerder specialisten? Tillemans: 'De NVvA zegt dat de arbeidsdeskundige een generalist én een specialist is. Maar daar geloof ik niet in. Wat mij betreft maakt de arbeidsdeskundige een keuze. Voor een arbeidsdeskundige komen er diverse mogelijkheden om te specialiseren.  Of het nu gaat om de vraagstukken rond belasting en belastbaarheid, claimbeoordeling, reïntegratie of bezwaar en beroep. Ik denk dat arbeidsdeskundigen zich moeten profileren als specialisten. Want het zijn juist de specifieke kennis en vaardigheden waarmee de arbeiddeskundige zich moet onderscheiden. Daarmee kan hij toegevoegde waarde creëren.
De invulling van de kernfuncties brengt ook mee dat arbeidsdeskundigen een keuze voorgelegd krijgen tussen claimbeoordeling en reïntegratie. Uit een proefproject blijkt dat voor goede reïntegratiebegeleiding in 20% van de gevallen arbeidsdeskundige expertise vereist is. Arbeidsdeskundigen die op dit vlak ambities hebben zullen dan binnen de kernfunctie Werk komen, maar voor iemand die dat werk graag doet zal dat geen probleem zijn.'

Houding en gedrag
Geert Tillemans bezocht de afgelopen maanden een groot aantal lokale UWV vestigingen en sprak hij met vele professionals op de werkvloer. Een belangrijk gespreksonderwerp daarbij was 'houding en gedrag'. Wat zijn 'zijn ervaringen op dat gebied en hoe kijkt hij tegen de gewenste houding en het gewenste gedrag van arbeidsdeskundigen aan? 'Houding en gedrag zijn belangrijke pijlers van SMZ. Als wij smaller, platter én slimmer willen werken zullen ook individuele medewerkers hun houding en gedrag moeten 'vernieuwen'. Toen ik begon trof ik veel medewerkers aan met een grote intrinsieke motivatie. Maar bij sommigen is er ook cynisme en een '9 tot 5 mentaliteit' ingeslopen. Dat is denk ik voor een belangrijk deel te wijten aan het bureaucratische gehalte van de organisatie en aan de vele veranderingen van de afgelopen jaren. SMZ zal echter alleen kunnen overleven als die houding verandert. Wij zullen ons moeten bewijzen op de publieke markt en hopelijk voor verschillende opdrachtgevers. Denk aan gemeentes en de Sociale Verzekeringsbank. Daarvoor is een proactieve en flexibele werkhouding noodzakelijk. Sleutelwoorden daarbij zijn verantwoordelijkheid en 'feedback'. Verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen zullen moeten leren om meer dan vroeger feedback te geven en feedback van anderen te accepteren. Wij moeten elkaar stimuleren en ontwikkelen. Alleen zo creëren we een organisatie die presteert en kwaliteit levert op een zodanige wijze dat zij waardering krijgt en respect afdwingt.'
En de private sector? Kan die straks ook niet om SMZ heen? 'Voorlopig zullen wij alleen zaken doen op de publieke markt. Dat is al uitdaging genoeg. Bovendien kunnen wij ons als uitvoeringsorgaan niet zomaar op de private markt bewegen. Er zou ook sprake zijn van oneerlijke concurrentie. Voorlopig formuleren we op dit domein dus geen ambities.'

Laatste nieuws