maandag 7 januari, 2008

Henriette Bout, Bureau Integriteit:

'Beroepsethiek verbindt alle arbeidsdeskundigen'

Henriette Bout is werkzaam als docent Beroepsethiek aan de UvA en als adviseur voor Bureau Integriteit van de Gemeente Amsterdam. Onlangs gaf zij een lezing op het NVvA congres over de beroepsethiek van professionals. Bout: 'Wat mij verbaasde in de voorgesprekken was het 'wij en zij denken' onder arbeidsdeskundigen. Alsof het iets uit zou maken of je in de publieke of in de private sector arbeidsdeskundige bent. Alle arbeidsdeskundigen hebben dezelfde morele uitgangspunten en daarom is het onnodig om in verschillende bloedgroepen te denken'.

Door: Herman Klein

Beroepsethiek

Henriette Bout studeerde Medische biologie en ging zich steeds meer interesseren voor ethische vraagstukken. Om die reden besloot zij ook de studie Wetenschaps- en Technologiedynamica te volgen. Zij ontwikkelde de beroepsethiek van biologen tot haar specialisme en werd mede naar aanleiding daarvan gevraagd om in een denktank over de ethiek van Amsterdamse ambtenaren deel te nemen. Inmiddels kan zij zich als organisatieadviseur van Bureau Integriteit ook specialist in de beroepsethiek van ambtenaren noemen. Zijn dat niet twee heel verschillende werelden, biologen en ambtenaren? 'Natuurlijk zijn de verschillen evident. Maar als het gaat om morele dilemma's dan zijn er vooral ook veel overeenkomsten. Biologen hebben een grote morele verantwoordelijkheid. Bij zaken als klonen, fertilisatie en de ontwikkeling van biologische wapens zijn altijd biologen betrokken. Een ethisch kader is voor biologen dus heel belangrijk. Hetzelfde geldt voor ambtenaren. Als een vuilnisman van een vuilverwerkingsbedrijf iets steelt is dat erg, maar als die vuilnisman een ambtenaar is dan is dat vele malen erger. Ook van ambtenaren wordt door de samenleving verwacht dat zij zich aan bepaalde morele normen en waarden houden. Een verschil is dat voor ambtenaren, net als voor arbeidsdeskundigen, een soort tuchtrechtsysteem is ontwikkeld. Dat is bij biologen niet zo.'

Morele problemen

Morele problemen doen zich overal voor. Ook arbeidsdeskundigen ervaren die in de praktijk. Hoe herken je een moreel probleem en hoe ontstaat deze? 'Er is sprake van een moreel probleem als de rechten, belangen of wensen van een ander in het geding zijn. Met die 'ander' bedoel ik iedereen die een gevolg ondervindt van de beslissing die je neemt in een situatie. Dat kunnen ook indirect betrokkenen zijn. Voor arbeidsdeskundigen kunnen dat dus meerdere personen zijn. Bijvoorbeeld de opdrachtgever, de cliënt, de werkgever, maar ook collega's en familie en vrienden. Een probleem komt vaak voort uit een conflict tussen verschillende ethieken. Als arbeidsdeskundige heb je immers een beroepsethiek, maar ook een persoonlijke ethiek. Daarnaast is er sprake van de bedrijfsethiek van je werkgever en een 'publieksethiek', de regels voor een 'goede' samenleving. Al deze ethieken bestaan uit normen en waarden. En soms wijken die af of botsen die waardoor moreel problematische situaties ontstaan. Als arbeidsdeskundige zou je bijvoorbeeld een hele lastige cliënt kunnen hebben. Je vindt de persoon onbetrouwbaar en je hebt een andere opvatting over arbeidsethos dan die cliënt. De regeling die je die persoon aan kunt bieden om hem verder te helpen mag van je werkgever niet te vaak worden gebruikt. Toch voldoet de cliënt aan een aantal belangrijke voorwaarden om van die regeling gebruik te maken. Wat doe je? Een goede beslissing nemen is dan niet altijd gemakkelijk.'

Morele meetlat

Hoe bepaal je als arbeidsdeskundige wat moreel juist is? Bout: 'Bij de gemeente Amsterdam hanteren we een hele simpele morele meetlat die goed werkt. Als je bij een moreel problematische beslissing linksaf of rechtsaf kunt gaan dien je het volgende te bedenken. Op de eerste plaats moet je kijken of iemand ergens recht op heeft, vervolgens kijk je of iemand er belang bij heeft en tenslotte kijk je of iemand het wenselijk acht. In die volgorde. Wanneer er een besluit kan worden genomen dat in het belang van meerdere mensen is maar één iemand heeft recht op een ander besluit, dan is dat laatste besluit de moreel juiste oplossing.'
In de praktijk werkt het vaak niet zo eenvoudig. Een arbeidsdeskundige weet bijvoorbeeld dat zijn cliënt recht heeft op een onafhankelijk advies, maar die onafhankelijkheid kan onder druk komen staan door het belang van de relatie van een arbeidsdeskundige met zijn opdrachtgever. Bout: 'Zolang die arbeidsdeskundige het recht van zijn cliënt niet schaadt is er niets aan de hand. Dan kunnen er ook allerlei andere belangen behartigd worden. Is dat niet het geval, dan is er inderdaad sprake van een probleem. En dat is precies het moment dat de meerwaarde van een gedragscode waaraan tuchtrecht is gekoppeld duidelijk wordt.'

Kernwaarden

U heeft de gedragscode van SRA gelezen. Wat is uw indruk daarvan? 'Ik ben onder de indruk van de professionaliteit en met name van de transparantie van SRA. Daar kunnen een hoop beroepsgroepen nog wat van leren. Het is heel goed dat uitspraken ook worden gecommuniceerd. Ik denk dat nog een hoop winst behaald kan worden met een goede analyse van alle uitspraken. Ga als SRA op zoek naar overeenkomsten in specifieke situaties. Het mooie van de uitspraken is dat ze je kunnen helpen om een nog concretere invulling te geven van de normen en waarden die binnen de beroepsethiek van arbeidsdeskundigen vallen. Zodra je dat doet worden problemen ook beter voorspelbaar. Algemene kernwaarden die gelden voor alle arbeidsdeskundigen zoals Zorg, Onafhankelijkheid en Professionaliteit kunnen in specifieke situaties vertaald worden naar enigszins afwijkende normen en waarden. De algemene beroepsethiek verbindt dan alle arbeidsdeskundigen maar binnen de mix van hun eigen ethieken kunnen arbeidsdeskundigen wel degelijk anders handelen. En als dat toch niet op de juiste manier gebeurt is het aan SRA om op te treden en eventueel de normen en waarden weer aan te passen. Zo ontwikkelt de beroepsethiek van arbeidsdeskundigen zich continu op basis van de uitspraken van SRA.'

Laatste nieuws